Wat Phumin is gebouwd in 1596 door Chao Chetabutra Phrommin, nadat hij zes jaar geregeerd had over Nan. Vroeger heette de tempel dan ook “Wat Phrommin” naar zijn bouwheer. Door de eeuwen heen is de naam verkort naar “Wat Phumin”. In 1867 werd begonnen aan een grondige restauratie. Chao Ananta Woraritthidey, een gerenommeerd leider van Nan, gaf daartoe opdracht. Het werk, dat ruim zeven jaar in beslag nam, viel in de regeerperiode van koning Rama IV.
Het hoofdgebouw van Wat Phumin is tegelijk een wihaan en een boot. Het is in Thai-Leu stijl gebouwd in een ongebruikelijke kruisvorm, met een ingang aan elk van de zijkanten. Alle vier ingangen steken een beetje uit het gebouw en zijn bedekt met een veelzijdige, zwaar versierde structuur in de Mondop stijl .
Het symmetrische gebouw heeft kleine ramen, typerend voor de Thai-Leu stijl. De houten deuren zijn versierd met verschillende motieven in houtsnijwerk, waaronder bloemen uit Lanna. Op de gevels prijken gouden versieringen.
Een dak met zeven lagen.
Het dak, in drie lagen opgetrokken, is opgeluisterd met Naga slangenkoppen. In het midden van het dak staat een “chat” waardoor het dak feitelijk zeven lagen krijgt. Met zeven lagen kan je tot in de zevende hemel reiken. Lange balustrades leiden naar de noordelijke en zuidelijke ingang. Grote Naga-koppen zijn aan de voorkant geplaatst. Het lichaam van de mythologische slang strekt zich uit over de balustrades naar de ingang. De trap naar de oostelijke en westelijke ingangen is veel korter en twee witte leeuwen zorgen voor bewaking.
Grote zwart en rood gelakte pilaren in het wihaan ondersteunen het dak. De versiering ervan zijn weer in goud geschilderde afbeeldingen van bloemen en olifanten. In het midden van de structuur zijn vier beelden van een zittende boeddha opgesteld. Ze staan ruggelings tegen elkaar, elk tegenover een van de ingangen. De beelden, in Bhumisparsha-mudra (**1) stijl, staan op een verhoogd voetstuk en worden omringd door vier ingewikkeld versierde pijlers in teak. In een van de hoeken staat een Dhamma stoel of “thammdat”. Dit soort stoelen wordt door monniken gebruikt bij het leren van de Boeddhistische geschriften.
De muurschilderingen in Wat Phumin.
Vanwege het unieke ontwerp van Lanna-architectuur en de kunstwerken binnen op de muren, is Wat Phumin een van de meest interessante tempels in Thailand geworden. Het is de thuisbasis van beroemde 19e-eeuwse oude muurschilderingen in Tai Lue-stijl (De Tai Lue komen oortspronkelijk uit het Xishuangbanna-district van de provincie Yunnan in China). De muurschilderingen tonen afbeeldingen van legendes van Boeddha in het Jataka verhaal. Ze tonen ook taferelen uit het gewone leven in Nan, hun manier van kleden, weven en handel met het buitenland. Een aantal afbeeldingen tonen ook het liefdes leven van de inwoners van Nan.
De prachtige muurschilderingen in Wat Phumin zijn gemaakt tijdens een grote restauratie in 1867, tijdens het bewind van Chao Ananta Vora Ritthi Det. De muurschilderingen hebben niet alleen een grote artistieke waarde, maar hebben ook een grote historische waarde. De tempel zelf bestaat al meer dan 420 jaar, terwijl de muurschilderingen al meer dan 150 jaar oud zijn.
Misschien wel de meest bekende muurschildering in Wat Phumin-tempel is de ‘Whisper of Love’ (ภาพกระซิบรักบันลือโลก) bekend als Pu Man Ya Man (ปู่ม่านย่าม่าน). Het is een afbeelding van een man die in het oor van een vrouw fluistert. Volgens de lokale traditie moet een man tatoeages hebben van zijn buik tot aan zijn knieën. Op zijn borst staan rode tatoeages van een menselijke figuur die worden gebruikt om zijn prestige en sociale macht te tonen. Want hoe meer menselijke figuren hij heeft, hoe meer dienaren en slaven hij bezit. Dit iconische schilderij is het symbool geworden van de stad Nan. De muurschildering zijn door Nanbuaphan (หนานบัวผัน) geschilderd.
De boeddhistische hel.
Naast de tempel staat een koepelvormig gebouwtje, waarin de Boeddistische hel word uitgebeeld. Zo te zien is het allesbehalve een prettige plaats om de eeuwigheid door te brengen. Mensen worden gekookt en tongen uitgetrokken. Overspelige mannen en vrouwen worden tegen een boom gehangen die voorzien is van stevige doornen. Kraaien pikken ondertussen hun ogen uit.
**
1 ) De Bhumisparsha-mudra stijl.
Boeddha claimde dat hij door talrijke goede daden in vroegere levens aanspraak kon maken op de grond waarop hij in zijn houding van meditatie rustte. Hij riep de aarde als getuige, door met zijn rechterhand de grond aan te raken. De god van de aarde steeg op uit de afgrond en verklaarde dat de Boeddha alle plichten van een Bodhisattva vervuld had en dus het recht had om op deze aarde te blijven en zijn leer te verkondigen.
© Lode Engelen. Foto’s genomen in Wat Phumin, Nan, in 2013, 2017 en 2022.
Een goed verhaal. Ik was destijds verrast door de afbeelding van de aap met een erectie. Overigens zit niemand eeuwig in een boeddhistische hel. Afhankelijk van hun opgebouwde karma reïncarneert iedereen na zekere tijd weer naar de mensen- of godenwereld.
Mooie teksten en foto’s, Lode. Merci. Groetjes uit Brugge. Luc.