Ondergang en dood.

Phaulkons nabijheid tot de koning leverde hem de afgunst op van enkele Thaise leden van het koninklijk hof, wat uiteindelijk zijn ondergang zou blijken te zijn. Toen koning Narai ongeneeslijk ziek werd, deed het gerucht de ronde dat Phaulkon de aangewezen erfgenaam, Phra Pi, als marionet wilde gebruiken en zelf heerser wilde worden, volgens Thaise historische gegevens was dit in feite een geloofwaardige bewering. Dit gaf Pra Phetracha (Opra Pitratsja), de pleegbroer van Narai, geloof om een staatsgreep te plegen, de Siamese revolutie van 1688.

Jeremias.

Ondertussen was de koning in Louwa (wat de Fransen Louvo noemen, nu Lopburi) en werd ziek. Het werd tijd dat Opra Pitratsja weer in het spel kwam, en aan het hof verscheen. Hij was zeer welkom bij de zieke koning. Dit was voor de Griek niet erg aangenaam. hij had even voor de koning ziek werd twee compagnies soldaten van Bangkok laten komen. Zij moesten als lijfwachten voor de koning optreden. Omdat Pitratsja en zijn zoon nu aan het hof gekomen waren hoopte hij onder een dekmantel van goede zorgen voor de koning en de staatszaken de twee aan zijn kant te krijgen. Temeer omdat zij zelfs s ‘nachts in alle stilte de ronde in het paleis deden.

De Griek gaf aan de soldaten de opdracht om goed de wacht te houden, en als er twee waren die heimelijk spraken ze onmiddellijk in de voet te schieten. Hij zou de gevolgen hiervan wel op zich nemen. Helaas dit mislukte, integendeel zelfs, Pitratsja bezette heel het hof met ettelijke duizenden van binnen en van buiten.

Mompi valt in ongenade.

Opra Pitratsja doet de koning die weer wat bijgekomen is uitvoerig verslag van de gebeurtenissen. De koning was hier zeer woedend over en gelast Mompi gevangen te nemen. Ze moesten hem gevangen houden tot de koning weer beter zou zijn. Pitratsja zond onmiddellijk volk naar Mompi maar deze vonden deuren en ramen gesloten. Om geen verdere problemen te krijgen liet Pitratsja het huis sterk bewaakt achter. Hij berichte de koning hiervan, en deze verweet zichzelf van een tijgerwelp opgevoed te hebben die hem met wreedheid beloonde. Hij gaf Pitratsja de opdracht hem te doden.

De Griek was in het paleis geweest om te weten wat er gebeurd was en begon nu zelf bang te worden, en probeerde bij de eerste gelegenheid terug naar huis te keren. Maar hij was nog maar net aangekomen en de bode die Pitratsja gezonden had kwam al aan met de melding dat hij zich aan het hof moest melden. Dit voorspelde niet veel goeds voor hem, en hij probeerde zich te verontschuldigen, maar de bode hield aan. Hij beraadde zich bij een Franse geestelijke, en besloot dan toch maar te gaan, maar pas nadat hij twee geladen poffers bij zich had gestoken. Hij nam zijn lijfwachten en ging naar het paleis.

De confrontatie.

Ze lieten hem binnen en sloten de poort achter hem. In de kamer zaten Pitratsja en enkele mandarijns, allen met getrokken sabels. En ondanks dat Pitratsja hem beminnelijk aansprak en verwelkomde, was hij toch zeer ontsteld door het aanzicht van de sabels. Hij was zo beteuterd dat hij niet meer wist wat hij zei of deed en wartaal uitsloeg. Het was zo erg dat Pitratsja hem vroeg wat er scheelde, waarop hij alleen maar antwoorde dat hij misselijk werd. Al lopende praten ze over verschillende zaken tot Pitratsja hem over het kanon begon te vragen. Gewoon hoe ver men tegenwoordig met een kanon zou kunnen schieten. Terwijl hij antwoorde pakten twee mandarijnen hem vanachter bij zijn armen vast, waarop hij al wenende vroeg waarom men hem mishandelde. Hij probeerde zich op de best mogelijk manier te verschonen maar werd naar de gevangenis gebracht.

Phaulkon zijn vrouw verging het ook al niet zo goed.

Zijn vrouw die terug in Louvo aankwam, prachtig op een olifant gezeten, vond het huis bezet. Haar kind met de voedster kwamen in een sierlijk vaartuig over de rivier aangevaren. Maar zodra de Siamezen het zagen vielen ze er op aan en plunderden het vaartuig. Er waren drie kisten met kleren en zijden stoffen, een kist met goud en zilverwerk en nog andere goederen. Het kind had een gouden ketting om de hals, en dat werd onmiddellijk afgerukt, en tot buit gemaakt. De minne moeder zette het kind op een gespreide deken neer, maar dat werd direct onder het kind uitgetrokken.

De minne moeder nam het kind terug op en ging in het vaartuig en dreef een mijl de stroom af, tot aan het huis van een bekende van haar. Zij nam hen beide in huis en gaf hen onderdak voor de nacht. Maar de volgende dag werd het huis tot aan de grond afgebroken, alles leeggeroofd, en het gezin werd gevangen genomen. Het kind, de minne en de moeder werden weer naar hun huis gezonden, ook al was dat bezet. Maar verder was er geen overlast voor hen.

Mompi ontsnapt.

Mompi, zoals hiervoor gezegd zat in zijn bewaakt huis, maar de bewakers waren niet erg zorgzaam. En op een hete middag toen de bewakers in de schaduw onder een boom zaten deed hij zijn deur open. In één hand had hij een werpspies, en in de ander een kris of pook, hij zette het op een lopen tussen de wachten door. Deze waren zo verbaasd dat ze niets anders deden dan in verwondering naar hem kijken. Mompi liep regelrecht naar de koning zijn vertrek en wierp de spies en de kris weg. Hij wierp zich voor de koning neer en zijn tranen drupten op deze zijn handen en voeten. Hij smeekte de koning om genade. De koning zeer bewogen, en vol medelijden beval hem echter naar de Pitratsja te gaan.

Mompi voorzag natuurlijk wat er dan zou gebeuren, en smeekte de koning dan hier aan zijn voeten te mogen sterven. Hij bleef er tot de volgende morgen, en vroeg een gespleten rottinkje (tong schrapertje genoemd) waarmee hij naar Indische gewoonte, zijn tong wilde zuiveren. toen ze het hem toestaken en hij zijn hand uitstak om het aan te nemen werd hij zelf gevat, en met geweld bij de koning weggesleept.

Het einde van Mompi.

Ondanks zijn erbarmelijk geschrei, en de ontsteltenis van de koning hierover, die hoe zwak en ziek hij ook was van zijn bed opstond. Hij merkte echter dat hij zijn lieveling niet zou kunnen redden, en vroeg alleen maar dat men zacht en genadiglijk met hem zou omgaan. Maar het koninklijk gezag had hier niet veel aan toe te voegen. Want Opra Pitratsja die hem alleen maar met geweld bij de koning kon wegkrijgen liet hem buiten het hoofd afkappen. Het hoofd bracht hijzelf naar Phaulkon in de gevangenis om het hem te tonen.

Phaulkon was hier zeer ontsteld over, maar hijzelf werd nog altijd ondervraagd over achterstallen en het groot verval van de staatskas waar hij zo gretig in gegrepen had. Omdat men niets uit hem kreeg liet men hem aan het krijgsvolk over. Hij werd beschimpt, bespot, geplukt geslagen en bij het haar getrokken. Ze gingen zo erg te keer dat al zijn kleren gescheurd waren, en hij alleen nog een onderbroekje aan had. Hij mocht nieuwe kleren aantrekken, maar die werden dadelijk weer met vuil en drek besmeurd. Ondanks alle hoon en geschimp, dat hij redelijk goed verdroeg, gaf hij toch geen antwoord op hun vragen.

Het einde van Phaulkon.

Dit verdriette Pitratsja ten zeerste, en wel merkende dat hij niets uit hem zou krijgen liet hij hem s ‘avonds om negen uur uit de gevangenis halen. Ze brachten hem buiten de stadspoorten naar Porfai, alwaar ze hem in drie stukken kapten en in een kuil wierpen. Ze bedekten hem met een beetje aarde.

S ‘anderendaags liep er een menigte mensen overheen, deels uit nieuwsgierigheid maar ook om een laatste wreedheid op de overblijfselen te plegen. Maar er was al niet veel meer over dan een paar beenderen die door de jakhalzen afgeknaagd waren.

Dus daar eindigde Constantine Phaulkon zijn leven, van zo geringe afkomst tot helemaal aan de top geraakt om er dan zo plotseling vanaf te storten.

Opra Pitratsja voer na deze twee aan de kant te hebben, ondanks de belofte van zich alleen in te zetten voor het koninkrijk, een ware queeste tegen de broeders van de koning. Deze werden op een avond rond negen uur naar een pagode gebracht, en met sandelhouten knuppels doodgeslagen. Ook zijn oom Maratsja werd aan de kant geholpen met knuppels.

Hierdoor was de koning zo ontsteld dat hij 49 uur later overleed, Namelijk op 11 juli 1688. Hij was 55 jaar toen, en heeft het rijk in rust en vrede gedurende 31 jaren acht maanden en 14 dagen bestuurd.

Opra Pitratsja is de eerste augustus daar in Ayutthaya, zonder enige tegenstand, tot koning gekroond, en daarna om zijn rijk beter te bevestigen met de princes, de enige dochter van de overleden koning, getrouwd.

Nalatenschap van Phaulkon.

De verschillende interpretaties van Phetracha’s motivatie om de arrestatie en executie van Phaulkon te bevelen, hebben zijn positie in de Thaise geschiedenis enigszins controversieel gemaakt. Aanhangers van Phetracha’s acties hebben Phaulkon afgeschilderd als een opportunistische Griekse buitenlander, die zijn invloed probeerde aan te wenden om namens de westerse belangen het koninkrijk onder controle te krijgen. Meer sceptische historici hebben geloofd dat Phaulkon gewoon een handige zondebok was en een middel voor Phetracha om de troon van de rechtmatige erfgenaam te grijpen door te profiteren van de afgunst en het vermoeden dat Phaulkon had veroorzaakt.

Deel 1 van de dit stukje geschiedenis vind je hier.

© Lode Engelen. Foto’s op diverse plaatsen en tijdstippen genomen in Thailand.

Kanttekening bij het verslag van Van Vliet. Hij schrijft het alsof hij naast Phaulkon stond, maar Van Vliet is uit Siam vertrokken in 1642, dus vijf jaar voor Phaulkon geboren is. Hij moet zijn informatie dus gekregen hebben van andere bronnen.

Jeremias van Vliet.

De thai noemden hem Wan Walit – วัน วลิต, geboren in Schiedam rond 1602 was lid van de Vereenigde Oostindische Compagnie ofwel de V.O.C. In de hoedanigheid van directeur van het VOC-Handelskantoor in Ayutthaya, was hij een belangrijke vastlegger van de geschiedenis van Thailand tot 1642.

Phra Klang.

Titel van de opperschatmeester van Siam, de `eerste minister`, die onder andere het contact met vreemdelingen onder zich had (ook: bercquelang, of berkelang).

Vond je dit stukje interessant ? Deel het met je vrienden zodat zij het ook kunnen lezen !

Door Lode

Al meer dan elf jaar woon ik samen met mijn vrouw, Patchaneeboon Charoenpieuw, in het noorden van Thailand. We reizen door het hele land en leggen alles vast op foto. Pat is antropologe en kent door haar veldwerk letterlijk elke uithoek van Thailand, wat ons een groot voordeel oplevert. Met onze foto’s en mijn teksten proberen we de schoonheid en diversiteit van Thailand dichter bij de mensen in België en Nederland te brengen.

2 reactie op “Constantine Phaulkon (3)”

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *