Wat Khudi Dao is waarschijnlijk gebouwd in de eerste bloeiperiode van Ayuttaya. De pagode van de tempel is in de stijl van de Swedagon pagode in Myanmar. Deze stijl was zeer populair in die periode.
De tempel bestaat uit een wihaan, een cirkelvromige pagode en een boot. De pagode is in de loop van de geschiedenis 2 keer groter gemaakt, er zijn duidelijk 3 lagen stenen te zien in de stukken die naar beneden gevallen zijn. Waarschijnlijk kon de basis het gewicht niet meer dragen en is het geheel ingestort.
De tempel is een mooi voorbeeld van de architectuur van Ayutthaya, maar niet alleen daarvoor is hij belangrijk. Volgens een oud boek zouden er verschillende schatten begraven zijn. In 1960 heeft Prins Peerapong Panudet geprobeerd deze op te graven. Hieronder het verhaal.
De top van de pagode, waar duidelijk de kern te zien is met daarover nog twee later toegevoegde lagen.
Prins Peerapong Panudet.
Zijne koninklijke hoogheid Prins Peerapong Panudet, oftewel Prins Peera is een bekend autocoureur. Hij is de eerste Thaise prins die deelnam aan een auto race. Prins Peera nam deel aan de Coupe de Prince Rainier op het Circuit de Monaco (nu de Grand Prix van Monaco) en won deze.
Tussen 1936 en 1938 won hij nog verschillende Europese Grand Prix-races, en is hij zelfs opgenomen in de Hall of Fame van de British Racing Association.
Prins Peera is geboren op 15 juli 1914. Hij is eerst naar de Depsirin school in Bangkok geweest, en later ging hij studreren aan het Eton College en aan de Cambridge universiteit. Daarna volgde hij nog beeldhouwkunst aan de Byam Schaw School of Art.
Eind 1954 vond hij dat het tijd was om te stoppen met het racen. Zijn vrouw Chalita beviel van hun eerste zoon, en hij keerde samen met zijn famillie terug naar Thailand.
Een belangrijk boek.
Kort nadat prins Peerapong Panudet terugekeerd was naar Thailand kreeg hij van een monnik een oud boek. In dit boek stonden verwijzigingen naar schatten die in Ayutthaya begraven zouden zijn. Het boek was in oud Thais schrift geschreven, maar hij haalde er specialisten bij en die hebben het voor hem vertaald.
In het boek stond dat er 303 schatten zouden begraven zijn in Ayutthaya. In Wat Khudi Dao zouden er zelfs 16 liggen. Maar opgepast ! over de schatten is een vloek uitgesproken om er voor te zorgen dat alleen de rechtmatige eigenaar ze zou kunnen opgraven.
Prins Peera bestudeerde het boek, en samen met de kaarten die er in getekend waren heeft hij de locatie kunnen vinden van de schat van Koning U Thong in Wat Khudi Dao.
Prins Peera heeft dan besloten om deze schat op te graven. Hij vroeg toestemming aan het Fine Arts Department in Bangkok. En hij kreeg deze toestemming met de voorwaarde dat hij 90% van de schat aan het instituut moest afgeven. De overige 10% mocht hij voor zichzelf houden.
Hij begon onmiddelijk met de voorbereidingen, en bestelde een mijn detector. Op dat moment was dat het meest geavanceerde toestel om mineralen en metalen onder de grond te vinden.
De graafwerken in Wat Khudi Dao.
De groep die ging graven bestond uit Prins Peera, Mumsalee Phra Chaya, Mr. Harrison en nog een monnik. Er werden nog 15 mannen aangeworven voor het graafwerk, en midden december 1960 konden ze beginnen zoeken.
De eerste dag van de opgraving ging het team op zoek rond de tempel met de mijn detector. Het instrument gaf duidelijk aan dat er voor de tempel een grote hoeveelheid metaal onder de grond zou zitten. De graafploeg kwam onmiddelijk in actie en groef een gat tot 2 meter diep. Daar kwamen ze vast te zitten op een grote hoeveelheid oude tegels. Die hebben ze dan eerst moeten verwijderen voor ze verder konden graven. Hiemee was de eerste graafdag afgelopen zonder veel succes.
Prins Peera is dan terug gereden naar Bangkok om te overnachten in zijn woning. Toen hij rond middernacht aankwam in zijn woning, hoorde hij een geluid onder zijn woning. Eerst dacht hij dat het ratten zouden zijn, maar toen hij beter luisterde bleek het het geluid te zijn van iemand die aan het graven was.
Omdat er op dat moment een zwembad aangelegd werd in zijn tuin dacht hij dat er iemand was die zand kwam stelen. Hij nam zijn pistool en ging buiten kijken maar zag niemand. Hij ging naar bed, maar hoorde nog steeds gegraaf onder zijn huis.
S’morgens vertelde hij het verhaal aan zijn groep en aan de dorpelingen die kwamen kijken naar de graafwerken. De dorpelingen vertelden hem dat het Pu Phaad (grootvader Phaad) de Pu Soom (een geest bewaker) van de tempel moet geweest zijn. Volgens hen kwam hij hem waarschuwen dat hij de schat niet mocht opgraven omdat hij niet de eigenaar was.
De omstaanders en zijn vrienden vertelden hem dat hij een ceremonie moest houden om Pu Phaad om toestemming te vragen om de schat op te graven. Maar Prins Peera geloofde niet in geesten, en hij trok er zich niks van aan.
De eerste vondst.
De prins zette de graafwerken verder in hetzelfde gat, en vond een aardewerk pot en het geraamte van een man. De volgende dag zocht hij verder met de mijn detector en vond nog twee kleine Boeddha beeldjes.
Op een avond toen het team nog aan het graven was terwijl het al donker was gebeurde er iets vreemd. Hij zag een man, gekleed in oude traditionele kleding van een krijger, weglopen aan de achterkant van de tempel. De man had blijkbaar geen hoofd en verdween in de struiken. De prins liep achter de verschijning aan, maar vond alleen maar struiken.
De volgende morgenvertelde hij dit aan de dorpelingen, en zij vertelden hem dat het Pu Phaad moet geweest zijn. Als de geest zich laat zien betekend dat dat je dichter bij de schat komt. Harrison vertelde dat hij ook een man had zien lopen achter de tempel, die ook in de struiken verdween.
Ondanks deze waarschuwing was Prins Peera er nog steeds van overtuigd dat als de eigenaar van de schat overleden is, iedereen hem mag opgraven. Hij gaf het team opdracht om gewoon verder te zoeken. Hij controleerde het gat opnieuw met de mijn detector en kreeg een sterk signaal te horen. hij was er van overtuigd dat hij de schat nu snel zou ontdekken.
Nieuwe problemen.
De werkers begonnen opnieuw te graven maar stuiten opnieuw op een probleem. Plotseling hoorden ze een luide bons, net of er iets verschoven werd onder de grond. De prins nam de mijn detector en zag dat er op de oorspronkelijke plaats vrijwel geen signaal meer was. Een beetje verder was er wel een sterk signaal. Het leek erop dat de schat verplaatst was. Hij beval de werkers op de nieuwe plaats te graven, maar ze hoorden opnieuw de luide bons. Opnieuw was het signaal verplaatst. Dit ging een paar dagen zo verder tot de prins de graafwerken stopzette.
Peera begon toch te denken dat er meer aan de hand was, en vroeg aan de monnik om een ceremonie te houden om toestemming te vragen aan Pu Phaad om te mogen graven. De ceremonie duurde een hele tijd en moest stopgezet worden omdat het regenseizoen begon. Maar ook na het regeseizoen lukten de graafwerken niet meer.
Het hele verhaal over de graafwerken werden verteld aan een andere belangrijke monnik. De monnik sloot zijn ogen en praatte met Pu Phaad, en hoorde dat hij een soldaat was geweest van koning U Thong. Pu Phaad zij dat hij de schat niet zou afgeven, en vervloekte de mijn detector.
Op basis van dit verhaal werd de prins op 11 maart 1961 ondervraagd door de Mental Reasearch Society off Thailand. Prins Peera gaf toe dat hij nooit geloofd had in geesten, maar dat hij er nu wel in geloofde. Hij begon ook met een studie van het Boeddhisme na deze gebeurtenissen.
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Peerapong Panudet overleed plotseling op 23 december 1985.
Het schrijn voor verering van de geest Pu Phaad bij Wat Khudi Dao.
Aan de noordkant net buiten de muur van Wat Khudi Dao staat dit rechthoekig gebouw. Het was een gebouw met twee verdiepingen, 14 meter 60 breed en dertig meter lang. Het is gebouwd in een westerse stijl lijkend op de bouwwijze van de residentie voor de franse ambasadeur in Lopburi. Waarschijnlijk is het in dezelfde periode gebouwd. Het gebouw werd waarschijnlijk gebruikt als verblijf voor de koning tijdens restauratie werken aan de tempel.
De tempel en dit gebouw zijn niet veel meer dan ruïnes nu, maar toch tonen ze een heel stuk van de grandeur van Ayutthaya in die periode.
© Lode Engelen. Foto’s genomen in Ayutthaya op 25.05.2022.
Interessant verhaal maar betekent dat dat de schat nooit opgegraven werd? Dat die er nog altijd ergens ligt?🤔
Deze schat plus nog een 300 ander liggen er inderdaad nog altijd te wachten.
Mooi verhaal Lode. En terug mooie foto’s. Hopelijk komt de schat ooit naar boven. Groetjes uit Brugge, Luc.
Heerlijk verhaal en foto’s Lode, om weer van te smullen.
Gelukkig is de prins tot inkeer gekomen.
Er is iemand uit Nazareth en Mekka. Daar zijn ook oude boeken van gevonden. ‘n Koran en ‘n Bijbel.
Daar is de wereld niet beter op geworden.
Inderdaad, misschien beter van de shatten te laten rusten.
Even over de naam Wat Khudi Dao. In Thaise letters วัดกุฏีดาว. Een wat is een wat, khudi of khuti is een monnikenverblijf (moest van de Boeddha een klein hutje zijn, nu zijn het de grootste villa’s in het dorp met airco en satelliettelevisie), en dao is ster. De Tempel van het Sterren Monnikenverblijf. Mooi toch?
De mooiste schatten zitten in je.