Het hellinggebied van Khao Yai Thiang is een blootliggende overhangende zandstenen wand, door de lokale bevolking Tham Khao Chan Ngam genoemd, ofwel de Grot van de Mooie Maanberg. Op deze beschermde overhangende wand bevinden zich prehistorische schilderingen van 3.000 tot 4.000 jaar oud, die het leven van de mensen uit die tijd weerspiegelen. Deze mensen waren boeren, woonden samen in gemeenschappen, ondernamen gezamenlijke activiteiten en voerden rituelen uit op basis van hun geloof.

De Khao Chan Ngam grot.
De Khao Chan Ngam grot.
De Khao Chan Ngam grot.

De rotsschilderingen van De Khao Chan Ngam.

De rotsschilderingen hier zijn een van de belangrijkste archeologische bewijzen van bewoning in de oudheid in noordoostelijk Thailand. Ze werden in 1938 ontdekt. De schilderingen zijn aangebracht op een grote rotswand, 3 tot 4 meter boven de grond. Uit onderzoek blijkt dat ze met rode verf zijn gemaakt om het leven en de activiteiten van mensen uit de late prehistorische periodes uit te beelden. Ze dateren ongeveer 3.000 tot 4.000 jaar geleden. Er zijn 32 figuren te zien: 28 mannen, 2 vrouwen en een kind. Sommige tekeningen zijn sterk vervaagd, andere zijn nog heel duidelijk te zien. De afgebeelde dieren zijn kippen of vogels, een dier dat lijkt op een egel, tijgers, leeuwen en honden. Eén schildering toont een boog en pijlen.

De Khao Chan Ngam grot.

Vreemde rotsformaties.

Nadat de rotslagen waren geërodeerd, splitsten sommige rotsen in twee delen, waarbij één deel schuin kwam te liggen. De bovenliggende rots was gevallen en bleef hangen in de spleet tussen de twee rotsen. Dit leidde tot een verrassend landschap met een hangende rots.

De Khao Chan Ngam grot.
De Khao Chan Ngam grot.
De Khao Chan Ngam grot.

Khao Chan Ngam is ook een tempel.

De sereniteit en stilte tussen de rotsen nodigen uit tot reflectie en overpeinzing over het leven zelf, of over het leven van Boeddha. Hieronder volgt een fragment van zijn verhaal.

In de tijd dat de Boeddha verbleef in de Jetavana-vihara’s (kloosters) in het district Shravasti, was Rahu Asurin de onderkoning van Thao Viprachitti Asurabadintara, de heerser van de beesten. Rahu had de verhalen over de glorie van de Heer Boeddha gehoord van de goden en verlangde ernaar een preek van de Boeddha te horen. Toch dacht hij dat de Boeddha slechts een mens was met een klein lichaam, terwijl hijzelf een groot lichaam had. Als hij de Boeddha zou willen zien, zou hij omlaag moeten kijken, wat lastig zou zijn.

De Heer Boeddha echter leunde met zijn hoofd tegen de bergen, die als kussen dienden, en zijn voeten waren gestapeld, hoger dan Rahu Asurin. Rahu moest nu zijn nek omhoog moest draaien om de Boeddha te kunnen zien. De Boeddha verrichtte toen een wonder en bracht Rahu Asurin naar de Brahmaloka-wereld. Daar hadden alle Brahma’s kleinere lichamen dan de Boeddha, en zij keken naar Rahu Asurin alsof hij een kleine mier was. Rahu Asurin werd bang en verstopte zich achter de Boeddha.

Vanaf dat moment nam Rahu Asurin een nederige houding aan tegenover de Boeddha. Toen hij de preek van de Boeddha hoorde, begon hij de Tisarana (de Drievoudige Toevlucht) te vereren als het hoogste toevluchtsoord in zijn leven

De voetafdruk van Boeddha.

Het principe in het Midden-Oosten, dat teruggaat tot de tijd van Boeddha en zelfs daarvoor, was dat men geen beelden van goden of mensen moest maken voor verering. Daarom bestonden de chedi’s, gebouwd door boeddhisten vóór 500 BE (43 jaar v.Chr.), enkel uit stupa’s of andere objecten die dienden als markeringen voor de verering van Boeddha. De voetafdruk van Boeddha was een van de populaire objecten uit die tijd. Het principe van het Lanka-continent ontstond later, men geloofde dat de Boeddha zijn voetafdrukken achterliet als vereringsplaatsen. Er zijn vijf locaties waar men de voetafdrukken van Boeddha kan vinden. Namelijk bij Khao Suwan Malik, Khao Suwan Banphot, Khao Sumonkut, Yonok Bun en aan het strand van de Namthanti-rivier. Voor het einde van de oude gebeden zijn er spreuken en aanbiddingswoorden opgesteld.

Het is de bedoeling dat je deze woorden uitspreekt bij de voetafdruk.

Suvanna Malike Suvanna Buppate Sumonktidhe Yonokbure Nammadhaya Nadhiya Bunjapadhavaranga Ahang Vandhami Dhurato

In het verleden was alleen de Boeddha-voetafdruk op Khao Sumonkut op het Lanka-continent bekend. De Mahawongse-mythologie vertelt dat de Heer Boeddha eens door de lucht naar Lanka reisde. Hij onderwees daar de mensen over het boeddhisme. En verrichtte een groot wonder door een voetafdruk achter te laten op de top van de berg Sumonkut. Daarna keerde hij terug naar India. Deze voetafdruk meet ongeveer twee meter. Boeddhisten van het Lanka-continent, zoals Thai, Birmezen en Mon, proberen al lang om deze berg te bezoeken om de voetafdruk van Boeddha te vereren in plaats van Boeddha zelf.

© Lode Engelen. Fotos genomen op 09.01.2024 in Lat Bua Khao, Sikhio District, Nakhon Ratchasima 30340, Thailand.

Een andere mooie geologische formatie Mor Hin Kong.

Vond je dit stukje interessant ? Deel het met je vrienden zodat zij het ook kunnen lezen !

Door Lode

Al meer dan elf jaar woon ik samen met mijn vrouw, Patchaneeboon Charoenpieuw, in het noorden van Thailand. We reizen door het hele land en leggen alles vast op foto. Pat is antropologe en kent door haar veldwerk letterlijk elke uithoek van Thailand, wat ons een groot voordeel oplevert. Met onze foto’s en mijn teksten proberen we de schoonheid en diversiteit van Thailand dichter bij de mensen in België en Nederland te brengen.

2 reactie op “De Khao Chan Ngam grot.”
  1. Een paar keer geweest en mooi om te zien. Je kan via een rots pad ook helemaal naar boven lopen en daar is een klein huisje waar monniken mediteren. Je hebt daar een geweldig mooi uitzicht over het dal beneden.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *