In dit deel kijken we door de ogen van Nicolas Gervaise naar de rijkdom van de Siamezen in de zeventiende eeuw. Of eigenlijk hoe ze de natuurlijk rijkdom van hun land aan hun voorbij laten gaan. We gaan ook zien hoe het geld en het werk verdeeld was tussen de mandarijnen en het gewone volk.

De mijnen van tin, ijzer en salpeter, de katoen, zijde en parfums die in overvloed in dit koninkrijk worden gevonden, zouden het tot het rijkste van Indië kunnen maken. Als al deze gaven van de natuur in de handen van een volk zouden vallen, dat die gaven zou waarderen, en die minder vijandig stonden tegenover werk. Maar het gebrek aan activiteit van de Siamezen maakt ze arm. Ze zijn bovendien zo bang om het kleine bezit dat ze bezitten te verliezen dat ze het in de grond verbergen. En geven er vaak de voorkeur aan te sterven zonder het aan hun kinderen te vertellen. Ze willen zich niet blootstellen aan een moment van gevaar om het te verliezen. Vroeger begroeven ze de schatten van overledenen met hun as. Het aanzienlijke verlies dat gedurende verschillende eeuwen daardoor heeft plaatsgevonden, is de tweede oorzaak van de armoede van de mensen.

Maar de derde oorzaak is dat de koning elke dag nieuwe rijkdom vergaart. Het deel dat hij geeft aan de mandarijnen geeft, die alleen rijk worden door zijn vrijgevigheid, krijgt hij na hun dood terug. Aan hun kinderen laat hij alleen dat bedrag na dat hij geschikt acht. Het hangt ervan af hoe hun vaders hem tijdens hun leven dienst hebben bewezen. Soms neemt hij alles wanneer de herinnering aan de overledene belast is met een gewelddadige verdenking van verduistering in zijn werk, maar soms ook wanneer hij volkomen tevreden is met het gedrag, behoudt hij niets. En hij laat zijn hele nalatenschap over aan zijn wettige erfgenamen.

Hun rijkdom.

Hun rijkdom bestaat voornamelijk uit slaven, goud, zilver, edelstenen en land. Ze verdelen hun slaven in twee groepen, de ene groep werkt binnenshuis in dienst van de familie. De andere sturen ze naar het platteland om hun land te bewerken. Soms geven ze ze de vrijheid om te doen wat ze willen, en elke dag een fueang. Dat is een munt ter waarde van ongeveer vijf sols. De koning heeft geen andere boeren op zijn land dan de mandarijnen die elk jaar het land van hem pachten. Deze boerderij kan nauwelijks van hen worden afgenomen, behalve met levenslang als straf voor een misdaad waardoor ze de confiscatie van al hun goederen verdiend hebben. Het is bijna de enige manier waarop ze eigendom kunnen verwerven, omdat hun waardigheid hen niet toestaat om te handelen.

Wanneer ze wat zilvergeld hebben vergaard, lenen ze het aan woekerprijzen uit, omdat de wetten voor lijfrenten niet in gebruik zijn. De rente die de mandarijnen daaruit trekken is zo groot dat ze in drie of vier jaar rijk kunnen worden. Het is waar dat ze veel riskeren, want de kooplieden aan wie ze lenen, doen hen vaak failliet gaan. Vaak worden ze insolvent, soms door vermindering van hun koopwaar. Hierdoor zijn er maar weinig mandarijnen die rijk sterven.

Hoe de mandarijnen hun erfenis redden.

Omdat ze weten dat hun kinderen na hun dood hun erfenis misschien niet zullen erven, laten de mandarijnen hun vrij vroeg trouwen. Daarbij geven ze als bruidsschat een hoeveelheid gouden en zilveren vazen, kasten, edelstenen en juwelen mee. En ook andere waardevolle meubels die ze hebben verworven. Want de erfenissen die hun door de koning zijn gegeven, zijn onderworpen aan het recht van teruggave.

Het grootste deel van de mensen zit in de handel, sommigen gaan altijd met hun vrouwen en kinderen handel drijven op de rivier. Zij varen in grote boten die gewoonlijk myrous genoemd worden en ze komen er bijna nooit uit.

De anderen wonen in de steden, verbonden aan hun winkels om daar in detail de goederen te verkopen die ze in het groot hebben gekocht bij de aankomst van de schepen. Anderen voeren er hun ambacht uit en proberen hun werkstukken daar te verkopen. Ze zijn erg ongelukkig als ze dat niet doen, en niet meer verdienen dan ze nodig hebben om van te leven. Omdat de natuur gemakkelijker dan waar ook ter wereld met weinig tevreden is, zijn er alleen de zieken en de gevangenen die tot bedelen zijn gedwongen.

Nicolas Gervaise.

Nicolas Gervaise werd in 1663 in Parijs geboren (Departement Seine). Hij was de zoon van dokter De Fouquet, inspecteur van financiën. Al op jonge leeftijd werd hij vrijwilliger voor buitenlandse missies. Hij vertrok op 19 januari 1681 naar Siam.

In Siam studeerde hij theologie aan het College Generaal in Ayutthaya, en maakte zich tegelijkertijd de Siamese taal eigen. In een van zijn brieven van 20 november 1684 vroeg hij om zijn geestelijke titel te krijgen om tot priester gewijd te kunnen worden. Waarschijnlijk heeft hij dit niet gekregen in Siam.
In 1686 verliet hij de “Société des Missions Etrangères” en keerde terug naar Frankrijk op een schip van de Oost-indische Compagnie.

Bij zijn terugkeer begon Gervaise als pastoor in het bisdom Vannes. Hij werd kanunnik van St.-Martinus van Tours, en provoost van Suèvres (Departement Loir-et-cher).

Later werd hij missionaris in de landen rond de rivier de Orinoco. Gervaise werd op 20 november 1729 door de Carib-indianen vermoord bij de Aquira, een zijtak van de Orinoco.

Mandarijn.

Een mandarijn was een ambtenaar die instond voor het bestuur van het land of stad.

Een Fueang.

De waarde van een Feuang is de helft van 1 salung die op zijn beurt 25 satang waard is. De satang is 1 centiem van een Baht. Hij bevatte 1.89 gram goud. In Euro is dit ongeveer 4.5 Euro cent.

© Lode Engelen. Foto’s genomen in Thailand op diverse plaatsen en tijdstippen.

Het eerste deel van deze reeks vind je hier!

Vond je dit stukje interessant ? Deel het met je vrienden zodat zij het ook kunnen lezen !

Door Lode

Al meer dan elf jaar woon ik samen met mijn vrouw, Patchaneeboon Charoenpieuw, in het noorden van Thailand. We reizen door het hele land en leggen alles vast op foto. Pat is antropologe en kent door haar veldwerk letterlijk elke uithoek van Thailand, wat ons een groot voordeel oplevert. Met onze foto’s en mijn teksten proberen we de schoonheid en diversiteit van Thailand dichter bij de mensen in België en Nederland te brengen.

Eén reactie op “De Thai en Thailand (5).”

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *