Met de Thai en Thailand kijken we dit keer niet naar één specifiek onderwerp, maar toon ik een aantal foto’s met de Thai en Thailand als onderwerp. Verder kijken we even 400 jaar terug en horen we hoe een ooggetuige toen het ontstaan van Siam meemaakte.

De oorspronkelijke tekst is in oud nederlands geschreven, ik heb het vertaald naar gewoon nederlands omdat het anders vrij moeilijk te lezen is.

Waar komen de Thai vandaan? Jeremias Van Vliet zag het zo in de zeventiende eeuw.

Het land van Siam is al meer dan tweeduizend jaar een wildernis. Er leven enkel wat kluizenaars en heidenen die hun lichaam aan de goden geofferd hebben. En naar wij met zekerheid van oude geleerden hebben vernomen, is er in China in die tijd een zoon van een keizer die zijn vader naar het leven, en de kroon des rijks stond. Hetgeen hem mislukte.

De keizer nam zich voor om, voor deze boze daad, zijn rebellerende zoon en zijn aanhang met de dood te bestraffen.

Maar zijn zoon stond, door zijn uitmuntend vestand en uitzonderlijke gaven, bijzonder hoog aangeschreven bij de adel en de gemeente. De koning werd benaderd door vele mensen, en hij besloot om zijn zoon en de aanhangers in leven te laten.

Voorwaarde was dat zij allemaal China zouden verlaten en rondzwerven als ballingen. Zij mochten nooit meer terugkeren naar China.

De bannelingen gaan op zoek.

De bannelingen gingen op zoek naar een land dat zij konden bevolken, en onderwerpen aan hun heerschappij.

Zij reisden eerst door het land van Champa ( Vietnam ) en daarna door Cambodia ( Cambodja ). Vandaar vaarden zij met hun vaartuigen naar de bocht van Siam. Zij kwamen aan land in Cuy ( in de buurt van Bangkok ). Zij settelden hun daar en timmerden er een stad. En om de goden te bedanken bouwden ze een tempel en veel pagodes.

De nieuwe koning zond zijn volk van daar naar alle plekken om de beste landouwen te zoeken. Van deze spionnen liepen er een aantal zuidwaarts, en een aantal naar het noorden waar zij een mooie vallei vonden. Deze vallei was omringd door een arm van een rivier en er was de stad Picelouck ( Phitsanulok). In de stad waren er vele tempels, kloosters en piramiden getimmerd. Picelouck was de heiligste plaats van heel het rijk.

Eindelijk werd ook de plaats Judia ( Ayutthya ) gevonden. Er stond toen nog geen tempel daar. Er woonden zeven eenwezige kluizenaars ( zijnde allen kinders van eenwezige ouders ).

En ook al was de plaats een goede landbouwstreek, toch durfde er niemand gaan wonen. Want ieder jaar kwam er uit een vreselijk stinkende put een draak tevoorschijn. Zij vergiftigde het land met zeer zware rook, waardoor alleen de kluizenaars er konden leven.

De nieuwe koning die nu op de hoogte was van deze plaats ging naar de kluizenaars om te overleggen met hen hoe ze de put konden dempen, en de draak doden. De kluizenaars vertelden dat zij een profetie hadden dat dat niet kon. Er moesten zeven gebroeders ( heilige mannen geboren uit een vader en een moeder ) samen met hun ouders in de put geworpen worden. Maar zelfs na zeven jaar zoeken waren er nog geen zeven broers gevonden.

De kluizenaars dempen de put.

Nu moesten de kluizenaars met hun lichamen de put dempen, en de draak doen sterven. Maar zij mochten zich gelukkig achten omdat zij het zoenoffer van de goeden waren. En zij mochten het vreselijke beest aan zijn einde brengen. Heel veel mensen zouden zo van deze miserie af geraken. De kluizenaars lieten hun gewillig in de put werpen. Bij hun verscheiden gaven de kluizenaars de koning een wijze raad mee.

Als de koning en zijn onderdanen een gezond leven wilden hebben moesten zij zich iedere morgen in de rivier baden (behalve in de maanden december en januari omdat het dan te koud is ) Daarna moesten ze zich insmeren met fijn gemalen sandel hout met een beetje zeruys er onder gemengd. Daarbij moesten ze ook “ziry digt in den ander gerold tot den pinang” * eten.

Dit doen de siammers nu nog altijd om te bewijzen dat het verhaal waar is !

Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1
Thailand Foto 1

Jeremias van Vliet.

De thai noemden hem Wan Walit – วัน วลิต, geboren in Schiedam rond 1602 was lid van de Vereenigde Oostindische Compagnie ofwel de V.O.C. In de hoedanigheid van directeur van het VOC-Handelskantoor in Ayutthaya, was hij een belangrijke vastlegger van de geschiedenis van Thailand tot 1642.

*) Dit stukje heb ik niet kunnen vertalen.

Het boek.

© Lode Engelen. Foto’s genomen op diverse plaatsen en tijdstippen in Thailand en Laos.

Vond je dit stukje interessant ? Deel het met je vrienden zodat zij het ook kunnen lezen !

Door Lode

Al meer dan elf jaar woon ik samen met mijn vrouw, Patchaneeboon Charoenpieuw, in het noorden van Thailand. We reizen door het hele land en leggen alles vast op foto. Pat is antropologe en kent door haar veldwerk letterlijk elke uithoek van Thailand, wat ons een groot voordeel oplevert. Met onze foto’s en mijn teksten proberen we de schoonheid en diversiteit van Thailand dichter bij de mensen in België en Nederland te brengen.

6 reactie op “De Thai en Thailand.”

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *