Thailand en het Boeddhisme deel 3

Op het moment dat Rama IV de troon bestijgt was hij al 27 jaar monnik geweest. Hij was een vooraanstaand geleerde van de Pali-boeddhistische geschriften. Verder was hij ook bekend voor zijn studie van westerse wetenschap en geesteswetenschappen. Rama IV had Latijn en Engels gestudeerd. Tijdens zijn vroege kloosterjaren was hij in Wat Samorai, een bostempel die zeer goed was in meditatie en spirituele oefeningen.

Tijdens zijn jaren als monnik haalde Rama IV een aantal monniken van de Mon sangha uit Birma naar Siam. De Mon sangha is een veel strengere orde dan de ordes die tot dan in Thailand bestonden. Door de invloed hiervan, en ook zijn eigen kennis van de Tipitaka, zette Rama IV aan tot het stichten van een nieuwe orde in Wat Samorai. Deze orde was de Dhammayuttika (“in een juk voor de Dhamma”) Nikaya, die een veel striktere monastieke discipline hanteerde dan de rest van de Thaise sangha. Zij gebruikten geen geld, bewaarden geen voedsel en dronken ’s avonds geen melk.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

Terug naar het begin.

De Dhammayuttika-beweging legde de nadrukop de oorspronkelijke Pali Canon, en wezen de later ontstane boeddhistische literatuur af. Ook de Traibhumikatha wezen ze af. Zij probeerden terug te keren naar het oorspronkelijke boeddhisme, zonder de populaire afdwalingen waarmee het Thaise boeddhisme te kampen had.

Rama IV gebruikte zijn macht als staatsman om zijn religieuze reformatie door te voeren. Dhammayuttika-monniken werden een kerkelijke voorhoede van een beweging die de vorm van het boeddhistische modernisme van de koning promootte. Deze beweging trachte de religie te moderniseren door de bestaande volksovertuigingen te verwijderen, en terug te keren tot de Pali Canon.

Wat Bowonniwet Vihara werd het administratieve centrum van de Thammayut-orde, en het centrum van Pali-studies in Siam.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

Rama IV exporteerde zijn boeddhisme ook naar Laos en Cambodja, maar in die landen bleef het een minderheidssekte. De Mahnikaya telde meer dan 90 procent van de monniken.

Rama IV heeft ook de sangha gereorganiseerd en aangescherpt door een nieuw administratief systeem op te zetten. Een wet uit 1859, opgesteld door hem, omvatte elf artikelen, zoals de verplichting om alle kloosterbewoners in koninklijke kloosters te registreren.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

Rama V werkt verder aan het boeddhisme.

De bestuurlijke en sangha-hervormingen die Rama IV in gang zette, werden door zijn opvolger voortgezet. In 1902 maakte koning Chulalongkorn (Rama V, 1868-1910) de nieuwe sangha-hiërarchie formeel en permanent door de Sangha-wet van 1902, die de basis bleef van het sangha-bestuur in de geschiedenis van het moderne Thailand.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

De wet van 1902 verdeelde het religieuze bestuur van het koninkrijk Siam in vier hoofdafdelingen: noord, zuid, centrum en Dhammayutika Nikaya. Elke afdeling kreeg een patriarch toegewezen die ook een plaatsvervanger onder zich had. Al deze oudsten vormden samen de Sangha Council of Elders (Pali: Mahāthera Samāgama), het hoogste orgaan van de Thaise sangha. De wet creëerde een geleidelijke bureaucratie van monastieke leiders, van abt van een tempel, leiders van regionale onderafdelingen, en helemaal tot aan de voorzitter van de raad van oudsten. Er waren ook posten voor professoren en leraren.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

Een onderscheid in de tempels.

De wet erkende drie soorten tempels: koninklijke, gemeenschappelijke en monastieke residenties (die geen sema, een gewijde grens) hebben. Een onderzoek uitgevoerd in 1900 telde 7206 tempels in Siam (met slechts 117 koninklijke tempels). De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor elke tempel werd toegekend aan de abt. Hij had de macht om overtreders te straffen, en te bemiddelen bij geschillen. Hij kan ook beslissen of een monnik al dan niet in zijn tempel mag verblijven. De sangha-wet vereiste ook dat monniken tot een tempel moesten behoren.

Wanneer een monnik naar een andere tempel vertrok moest hij voldoende identificatie documenten meedragen, anders kon hij gearresteerd worden. Elke nieuwe vestiging van een tempel moest ook door de staat goedgekeurd worden.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

Een Thaise catechismus.

Naaste de hervormingen van het bestuur van de sangha ontstond ook de noodzaak om de boeddhistische leer en studie te standaardiseren. Dit werd op verschillende manieren aangepakt. Prins Wachirayan Warorot (Pali: Vajirañāṇavarorasa, 1860-1921) schreef een basisboek over de boeddhistische leer (de Nawakowat). Dit boek werd een soort Thaise boeddhistische catechismus en werd door de koning gepromoot. Rama V promootte ook voor het eerst de publicatie van de Pali Canon in Thais schrift (ca. 1893). Hij richtte ook de Chulalongkorn University en de Mahāmakuṭa Royal Academy op. Samen verschaften zij hoger onderwijs in seculiere onderwerpen en boeddhistische leer.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

Het boeddhisme onder Rama VI.

Rama VI introduceerde het officiële gebruik van het dateringssysteem “Boeddhistische Era” (BE). Het Thaise boeddhistische tijdperk van 2455 begon op 1 april 1912. Prins Wachirayan Warorot (1860-1921) werd het hoofd van de Thammayut-sekte, en de opperste patriarch van het Thaise boeddhisme van 1910 tot 1921. Samen trachten zij ook de Thaise sangha vanuit de hoofdstad te centraliseren.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

Wachirayan leidde ook een hervorming in het boeddhistische onderwijs in. Hij deed dit door het schrijven van nieuwe leerboeken voor de studie van Pali (in zes delen), bekend als de Bali Waiyakon. Dit bood een gemakkelijkere manier om Pali te leren dan de traditionele grammaticaboeken. Wachirayan schreef ook enkele andere invloedrijke Thaise boeddhistische werken, waaronder de Phuttasasana Suphasit (Geselecteerde boeddhistische spreekwoorden), Phutthaprawat (Het leven van de Boeddha) en Winayamuk (ingang tot de Vinaya). Hij richtte ook Dhammacakṣu op, het eerste boeddhistische tijdschrift in Siam. Prins Wachirayan word door zijn wetenschappelijke prestaties “de leidende intellectueel van zijn generatie in Siam” genoemd.

Prins Wachirayan zijn leerstellingen werden de orthodoxe doctrine van het officiële Thaise boeddhisme. Dit kwam doordat de prestigieuze staatsexamens voornamelijk op zijn werk gebaseerd waren. De nieuwe stellingen en examens verspreidden zich uiteindelijk over alle provincies. Geleerde monniken werden naar alle provincies gestuurd om het onderwijssysteem te verspreiden.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

Een nieuw nationaal examensysteem.

In 1911 werd een nieuw nationaal systeem van schriftelijke examens voor monniken ingevoerd. Het Mahamakut-systeem om de normen voor leerstellig leren te verhogen. Prince Wachirayan’s Nawakowat werd hierbij gebruikt als het belangrijkste leerboek. Het blijft een invloedrijk leerboek in de Thaise boeddhistische doctrinale studies van vandaag. De examens waren verdeeld in twee niveaus, gewoon (die gericht was op doctrine, niet op Pali) en gevorderd (inclusief kennis van Pali). De leerboeken van Wachirayan gaven Thaise monniken de middelen om de boeddhistische leer in hun eigen taal te begrijpen.

Het nieuwe examensysteem werd beïnvloed door het aannemen van de eerste militaire dienstwet van het land, die een vrijstelling omvatte voor “monniken en nieuwelingen die kennis hebben van de Dhamma”. Daarom was het essentieel om een ​​goede wettelijke definitie voor deze verklaring te hebben. Na de dood van Wachirayan in 1921, werden in 1929 examens voor leken ingevoerd. Het Thaise examensysteem heeft nog steeds grote invloed in het Thaise boeddhisme en is een punt van zorg voor veel monniken en novicen.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

Ajahn Mun.

Tijdens het begin van de 20e eeuw begon een nieuwe Thaise boeddhistische traditie vorm te krijgen in het noorden van Thailand (voornamelijk in het noordoosten, de Isaan). Dit ging buiten de elite en koninklijke kringen van Bangkok om. Het was een terugkeer naar de bosbeweging van het strikte monnikendom en het werd bekend als de Kammaṭṭhāna-bostraditie. Onder leiding van figuren als Ajahn Mun Bhuridatto (1870-1949) en Ajahn Sao Kantasīlo (1861-1941), concentreerden bostraditiemonniken zich op bosascetisme (dhutanga) en meditatie, op zoek naar ontwaken. Ze bekritiseerden de op tekst gebaseerde benadering van stadsmonniken, en aanvankelijk was er enige spanning tussen de bosmonniken en de officiële monniken in de sangha-hiërarchie.

Thailand en het Boeddhisme deel 3

Rama VII.

Een andere boeddhistische raad werd gehouden in Bangkok tijdens het bewind van Rama VII (1925-1935). Deze raad liet een nieuwe editie van de Pali Canon verschijnen die door het hele land werd verspreid. Rama VII was ook de laatste absolute monarch van Thailand, dat in 1932 omgevormd werd tot een constitutionele monarchie. De eerste Thaise religieuze roman, Phajon Barb( Confrontatie met de zonde ) is in die periode geschreven door de Thaise schrijver Kulap Saipradit (1905-1974).

Thailand en het Boeddhisme deel 3

In het volgende deel kijken we hoe het boeddhisme evolueerde onder de constitutionele monarchie in Thailand.

Thailand en het Boeddhisme deel 3
Thailand en het Boeddhisme deel 3
Thailand en het Boeddhisme deel 3
Thailand en het Boeddhisme deel 3
Thailand en het Boeddhisme deel 3
Thailand en het Boeddhisme deel 3
Thailand en het Boeddhisme deel 3

Thailand en het Boeddhisme deel2.

© Lode Engelen. Foto’s gemaakt op diverse tijdstippen en plaatsen in Thailand.

Vond je dit stukje interessant ? Deel het met je vrienden zodat zij het ook kunnen lezen !

Door Lode

Al meer dan elf jaar woon ik samen met mijn vrouw, Patchaneeboon Charoenpieuw, in het noorden van Thailand. We reizen door het hele land en leggen alles vast op foto. Pat is antropologe en kent door haar veldwerk letterlijk elke uithoek van Thailand, wat ons een groot voordeel oplevert. Met onze foto’s en mijn teksten proberen we de schoonheid en diversiteit van Thailand dichter bij de mensen in België en Nederland te brengen.

5 reactie op “Thailand en het Boeddhisme. Deel 3.”
  1. Al de ‘hervormingen’ door de koningen die jij beschrijft, Lode, waren vooral bedoeld om het boeddhisme aan de staat te binden en haar vroegere onafhankelijkheid weg te nemen. De hele organisatie van het Thaise monnikendom gaat gelijk op met de administratieve indeling van de overheid, tambon, district, provincie naar de staat. Een paar jaar geleden trok koning Maha Vajiralongkorn, Rama X, de bevoegdheid het hoofd van de Sangharaad, de hoogste instelling van het monnikendom, aan zich.

    1. Dat is inderdaad zo Tino, in de vroege eeuwen hadden de monniken veel respect en macht, maar door de eeuwen heen veranderd dat. Ze krijgen steeds minder macht, en moeten luisteren naar de wereldlijke macht. In deel 6 zien we dat Rama X de macht krijgt van de militairen om het hoofd van de Sangha te kiezen uit 5 voorgestelde monniken.

  2. Wat is er met de bosbeweging gebeurd? Werden de plooien uiteindelijk gladgestreken, of lezen we dit in deel 4?
    Complimenten voor de foto’s alweer – het zijn parels

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *